Petten op klompen |
Home |
Via
zijn vele kontakten kwam Wil in 2007 op het spoor van een drietal
fotorolletjes met de daarbij behorende afdrukken.
Al snel werd duidelijk dat het hier ging om foto's van het
vooroorlogse Petten.
Een van de mooiste dorpen uit de Kop van Noord-Holland was voor de laatste
wereldoorlog zonder twijfel Petten.
Dat
Petten, aan de andere kant van de Hondsbossche, niet zijn specialisme
was belemmerde Wil niet om meteen op zoek te gaan
naar oud-Pettemers die wellicht nog iets wisten over het wie, wat, waar en wanneer van deze foto's.
Met
de aantekeningen van Wil z'n eerste interviews hebben ook Piet Schager
en Frans Vriendjes nog de nodige mensen gesproken.
De foto's zijn aan de hand van de leeftijd van de kinderen vrij
nauwkeurig te dateren. De foto's moeten gemaakt zijn in 1934 en
zijn
grofweg te onderscheiden in drie categorieën:
1. dijkwerkers
2. dorpsbewoners (al dan niet aan het werk)
3. schooljeugd
herkend op het eerste gezicht, dit werd dan
door
anderen bevestigd. Dorpsbewoners in de eerste helft van de vorige eeuw kenden
elkaar
allemaal bij (bij)naam, ze zorgden voor elkaar als dat nodig was en er was
een groot saamhorigheidsgevoel.
Een beetje als 'Dit dorp, ik weet nog hoe het was' van Wim Sonneveld.
Ook waren er
personen die echt door niemand herkend werden. Misschien van mensen die niet of
heel kort in Petten gewoond
hebben.
Ook speelde
in de herkenning de
leeftijd van de “ondervraagde” een rol, vooral in het herkennen van de
schooljeugd. De
mensen,
geboren in
1920 en de jaren daarvoor zagen daar toch
minder kennis aan, behalve als
er een familieband was.
'Dit
dorp, ik weet nog hoe
het was'
Thuis heb ik nog een ansichtkaart Waarop een kerk, een kar met paard Een slagerij J. van der Ven Een kroeg, een juffrouw op de fiets Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets Maar het is waar ik geboren ben Dit dorp, ik weet nog hoe ’t was De boerenkinderen in de klas Een kar die ratelt op de keien Het raadhuis met een pomp ervoor enz.enz. |
Petten op klompen | |||
Petten op klompen 1 | Fotoserie 1000. |
||
Petten op klompen 2 | Fotoserie 2000. |
||
Petten op klompen 3 | Fotoserie 3000. | ||
Zoekplaatjes |
Op deze pagina staan foto's waarvan ik het Wie / Waar en/of Wanneer nog niet weet. Weet u het ?
|
||
Home |
Noord-Holland in woord en beeld 2e jaargang No.51, 20-11-1926
|
Bij Koninklijk Besluit van 1817 bepaalde Willem I: “Er zal
zijn een kanaal van Amsterdam naar Den Helder.”
Als belangrijkste functie zag
hij de economische ontsluiting van Noord-Holland. Daarnaast heeft het kanaal
ook grote gevolgen gehad voor het waterbeheer.
De afwatering in noordelijke
richting door de Zijpe werd sterk verbeterd. De Zijpe behoorde sindsdien
feitelijk tot de Schermerboezem.
De uitvoering was in handen van Jan Blanken Jansz.,
inspecteur-generaal van de Waterstaat. Uitgever Maaskamp heeft zich voor zijn
kaart gebaseerd
op de werktekeningen van Blanken. Die vermoedelijk op zijn
beurt weer gebruik heeft gemaakt van de kaart van Uitwaterende Sluizen.
Hollands Noorderkwartier in kaart 1994.
Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier 1994.
Toch
zal Petten, hoewel het nu meer in het verkeer is opgenomen een uithoek
blijven.
Het dorp is namelijk slechts vanuit het Zuiden te
bereiken. Een doorgaand
verkeer is dus onmogelijk en dit zal voorloopig nog wel zoo blijven,
daar de
bestaande toestand toch wel aan
de eischen voldoet. Verkeer te water bestaat
niet. Petten ligt pl.m. 3 KM van het Groot Noord-Hollandsch Kanaal
verwijderd,
doch staat
hiermee niet in verbinding.
De bestaansmiddelen.
De
middelen van bestaan zijn in Petten zeer eenzijdig. De beschikbare te
gebruiken
grond van de toch al kleine gemeente is gering.
De grootste helft is duingrond,
die slechts op heel weinig plaatsen een weinig tuinbouw toelaat. Een
langgerekte duinpan (het z.g. Korfwater)
heeft men tot weiland omgewerkt.
De
andere helft is vruchtbaar polderland. Men beoefent er uitsluitend
veeteelt.
10% van dien grond behoort aan boeren, die buiten de
gemeente wonen n.l. in
Zype en Schoorl. De overige grond behoort aan een stuk of 9 boeren die
met hun
arbeiders ongeveer 10% van
de arbeidende bevolking vormen. Vroeger, zelfs tot
1910 maakten zij zelf boter en kaas, thans gaat alles naar de fabriek
in de
Zijpe.
Verder
zijn er nog eenige ambtenaren, neringdoenden en ambachtslieden (zooals
timmerman en metselaar) die allen een behoorlijk
bestaan hebben. Verreweg het
grootste deel, dus ongeveer 80% der bevolking werkt aan de zeeweringen.
1e. De
arbeiders, die werken voor den
Rijkswaterstaat, dus aan de Pettenerzeeweringen en
aan de
strandhoofden. Gemiddeld werken
hier 15 man
aan.
2e. De
arbeiders, die werken voor het
Hoogheemraadschap, dus belast zijn met het onderhoud van de
Hondsbossche
zeewering.
Hier werken gemiddeld 50 man aan.
De
arbeiders voor den Rijkswaterstaat werken onder een aannemer. Een
gewoon
arbeider verdient
daar f. 24,- per week. Een voorman
of steenzetter
tot f. 27,- per week. De verhouding van de arbeiders onder elkaar en
tot hun werkgever is uitstekend.
Onder het werk heerscht er een prettige geest.
De
arbeiders zijn altijd bereidwillig, ook als er b.v. bijzonder zwaar werk te
verrichten valt
of onder ongunstige weersomstandigheden.
Alcohol wordt onder het werk niet toegelaten.
v.l.n.r.:
Henk
Rijs, op de grond (1914-2007)
Gert
Snip, in het wit (1917-2005)
Aris
van der Vlies, op de rug (1896-1977)
Jan
Schager (1909-1981)
Dirk
Brommer, tangenbaas onder de bok (1895-1977)
Uit privé collectie (Genealogische gegevens Pieter (Piet) Schager (1940).
Ook
bij het werk aan de Hondsbossche zeewering zijn deze
gunstige verhoudingen tusschen werkgevers en werknemers. Hier verdienen
zij evenwel meer dan aan den Rijkswaterstaat, n.l. tot f. 30,- in de week. Bij
de dijkwerkers van beide groepen geldt de 45 urige
werkweek.
Het
werk aan de Hondsbossche zeewering hebben de Pettemers
gezamenlijk aangenomen voor een bepaalden prijs. De eventueele
winst
wordt dan
ook gelijkelijk onder hen verdeeld. De loonen lijken heel veel voor het
patteland. Maar men moet er rekening mee houden dat de
meeste arbeiders zelf
geen groeneten en aardappelen kunnen verbouwen, daar ze veelal geen
tuinen
bezitten. Bovendien is hun uitrusting
zeer kostbaar en aan groote slijtage
onderhevig. Toch zijn de loonen vrij behoorlijk en de arbeiders zijn
met de
bestaande toestanden dan
ook zeer tevreden. Ontevredenheid en stakingen komen
dan ook niet meer voor.
Vroeger
toen de zeeweringen nog niet zoo goed onderhouden
waren, was er veel werkeloosheid. Ook de loonen waren toen
zeer
onvoldoende. In
1916 is er dan ook een algemeene staking geweest na de overstrooming
die vooral
de Zuiderzeekust van Noord-Holland
zeer geteisterd had, was daar zeer veel werk
voor de dijkwerkers. Een groot aantal bekwame dijkwerkers was dringend
noodig.
Het gevolg was, dat er hooge loonen uitbetaald werden. De
Hondsbossche
zeewering had ook zwaar geleden, dus was ook daar overvloed
van werk. De loonen
bleven echter hetzelfde. De Pettemers eischten ook een billijk loon:
die eisch
werd echter afgewezen. Zij gingen toen
tot de staking over. Het
Hoogheemraadschap liet toen in allerijl dijkwerkers uit Sliedrecht
komen. De
Pettemers ontvingen deze menschen
gastvrij en gaven hun onderdak. Zij haalden
hen echter over niet te werken voor dat lage loon en dus weer te
vertrekken,
echter onder
voorwaarde dat ze terug zouden komen als de staking gewonnen was,
want er was werk genoeg voor beide groepen. Dit is toen
gebeurd
en kort daarna
hebben de Pettemers de staking gewonnen. Na dien tijd hebben ze ook
altijd een
behoorlijk loon gehad en zijn nu ook zeer
tevreden over hun bestaan.
van de strandhoofden, waarbij de arbeiders tot hun hals toe in het
water moeten
staan. Nu is dit in den zomer en bij rustig weer niet zoo erg,
maar in den
winter en bij ongunstig weer is dit zeer ongezond en gevaarlijk
bovendien door
de sterke stroom. Vroeger hadden de arbeiders
geen duikerpakken of pakken die
zeer onvoldoende waren. Rheumatiek en bekleumingen waren er veelal het
gevolg
van. Thans voldoen de
duikerpakken aan alle eischen en worden goed onderhouden.
Ook wordt nu f. 0,50 extra uitbetaald per tij dat men in het duikerpak
werkt.
Piet Blom (1902- ) en aannemer Klaas Schager
(1886-1967) in duikerspak.
Uit privé collectie (Genealogische gegevens Pieter (Piet) Schager (1940).
zijn dus zeer
onregelmatig. Soms werkt men ’s morgens vroeg en ’s
avonds laat. Wanneer het
weer geen werken toelaat op de dijk,
wordt toch het volle loon uitbetaald.
Bijna alle arbeiders zijn aangesloten bij den Bond van
Bouwvakarbeiders,
onderafdeeling van het
N.V.V.
Werkeloosheid
is er weinig en dan nog wel van korte duur.
Dit heeft plaats in den winter en in den herfst en betreft hoogstens 3%
der
bevolking. De werkloozen gaan dan soms arbeiden aan de Zuiderzeewerken,
als ze
daar tenminste geplaatst kunnen worden.
De loonen zijn daar evenwel lager en
men maakt er dan ook in het alleruiterste geval gebruik van. Heel
zelden werken
ze bij een boer,
want de boeren hebben hun vaste knechten en de winter is voor
den boer ook een slappe tijd. Soms verdienen de werkloozen nog
wel
een aardig
daggeld bij het bergen van aangespoeld hout. Dit is echter een vrij
zeldzaam
geval.
Velen
zien er een oplossing van het werkloozenvraagstuk
in, als de bebossching van de duinen door het Staatsboschbeheer meer
ter
hand werd genomen. Jaren
geleden is er een groot oppervlak met dennen
beplant, er wordt evenwel geen voortgang mee gemaakt.
Al het
beschikbare geld
voor de bebossching wordt nu besteed aan de Schoorlse duinen. Deskundigen
verzekerden mij, dat het in
Schoorl ook veel meer noodig is. De duinen zijn
daar veel losser en verstuiven gemakkelijker. In Petten daarentegen
zijn de
duinen
vaster en hier en daar begroeid met gras, zoodat er zelfs geiten op
kunnen weiden. Een andere moeilijkheid is, dat de tijd van het
onderhoud der
bebossching, samenvalt met den tijd, dat er aan de zeeweringen volop werk is.
Bovendien bedraagt het loon, in het
Staatsboschbedrijf te Petten
ongeveer de
helft van het loon, dat aan de dijk verdient wordt. Toch worden er door
bemiddeling van den
Burgemeester nog wel enkelen geplaatst. Gelukkig is
de werkloosheid periodiek en van korten duur.
In
1926 werd f. 60,- per week uitgekeerd aan de ouden van
dagen. In 1927 f. 51,50 doordat er enkelen overleden waren. Ze krijgen
f. 5,-
in de week ouderdomspensioen van het Hoogheemraadschap. Dit wordt dan
door de
vereenigng aangevuld tot f. 15,-. Dit laatste betreft
voor man en vrouw. Als de
man alleen is, wordt zijn wekelijksche toelage aangevuld tot f. 10,-.
Als de
vereeniging geld over heeft,
wordt dit op de Boerenleenbank geplaatst.
Bovendien bestaat er nog een soort ondersteuning en ziekenfonds,
genaamd “Hulp
in nood”.
Bij ziekte betaalt het Hoogheemraadschap 6 achtereenvolgende weken
het volle loon uit en in het geheel 13 weken in het jaar.
Als men nu totaal
geen recht meer heeft op loon, ontvangt men f. 11,16 per week van den
Bond. De
Vereeniging “Hulp in nood”
geeft er dan nog f. 9,-- bij, zoolang tenminste de
kas het toelaat. In het reglement is namelijk bepaald, dat er f. 500,-
in kas
moet blijven.
Aan
het lidmaatschap van de vereeniging is ook nog gratis
ziekenhuisverpleging verbonden. Door dit alles hebben de Pettemers een
onbezorgden ouden dag. Verder behoeven zij nooit in zorgen te zitten
als de
kostwinner van het gezin niet in staat is te werken.
Het nadeel van dit
alles
is, dat de menschen soms onderstand krijgen, wanneer ze het in het
geheel niet
noodig hebben. Het is wel
gebeurd, dat menschen geld op de Bank hadden
en toch
onderstand kregen van de vereeniging.
De
regeling van ondersteuning voor de nagelaten
betrekkingen van den man is niet zoo volmaakt. Er wordt verondersteld,
dat de
weduwe door haar kinderen onderhouden wordt, als regel gebeurt dit dan
ook.
Bovendien ontvangt ze f. 3,- staatspensioen en soms van
het Dorus Rijkersfonds
of Helden-ter-Zee fonds f. 4,-- als haar man tenminste bij zijn leven
bij de
reddingsboot geweest is en reddingen
heeft verricht.
In
laatste instantie kan men nog ondersteuning krijgen van
het Burgerlijk Armbestuur en de Diaconie. Door al deze instellingen
komen
er eigenlijk geen armen in de gemeente voor. Toch
mag men hieruit niet de conclusie trekken, dat de
finantieele toestand van de
gemeente rooskleurig is. De administratie
en het bestuur van een dergelijke gemeente, die uit zoo weinig personen
bestaat is
veel
te kostbaar. Bovendien verdienen de menschen ongeveer allen evenveel, er
zijn geen bepaalde groote vermogens te constateeren.
Dit heeft
tengevolge dat
de lasten gelijkelijk op alle inwoners verhaald worden en dat de gemeente
belastingen vergeleken met andere
gemeenten zeer hoog zijn. Voor de
gemeentebelasting gaat men uit van een bestaand minimum van f. 600,-
plus f.
50,- van elk kind.
De belasting bedraagt nu 6% van het belastbaar
inkomen plus 100
opcenten van de Rijksinkomstenbelasting. Vroeger toen het Rijk
nog
subsidie gaf
waren de belastingen normaal. Het Rijk is er echter mee opgehouden. Het
Rijk
wilde wel weer bijstaan op voorwaarde
dat de belastingen in Petten tot
een hoog
peil zouden worden opgevoerd. Dit is thans gebeurd. De rijkssubsidie
blijft
echter gering en
onvoldoende. De totale schulden bedragen f. 10.000,- Dit lijkt
zeer weinig, maar dit is voor een dergelijke kleine gemeente beslist te
veel.
De inkomsten zijn te gering om een regelmatige schulddelging toe te
staan. Als
er zich maar een paar kapitaalkrachtigen in de
gemeente vestigden, zou
dit de
gemeente zeer ten goede komen. De lasten van de andere
gemeenteambtenaren
zouden er
aanmerkelijk door verlicht worden.
Mijns inziens bestaat er
ook een
groote tekortkoming in ons tegenwoordig belastingstelsel. Men kan thans
2 aan
elkander grenzende
gemeenten aantreffen waarin de belastingen geweldig
verschillen, alleen omdat in de eene gemeente toevallig meer
kapitaalkrachtigen
wonen. Zou het niet beter zijn dat alles aan het Rijk kwam en dat het
Rijk dit
uitkeerde aan de gemeenten elk naar zijn behoefte?
Voorlopig zal het
voor
Petten, wat dit finantieele vraagstuk betreft, een oplossing zijn, als
de
gemeente vereenigd werd met de veel
grootere en kapitaalkrachtige
gemeente
Zijpe. Deze kwestie van de vereeniging met Zijpe dateert reeds vanaf
1814.
Telkens is deze
regeling afgewezen, maar thans zal het wel spoedig tot
stand
komen. Het is niet onwaarschijnlijk dat het met 1 Januari plaats vindt.
Men
heeft de volgende regeling getroffen: Het bestuur van Petten vervalt,
Zijpe
houdt hetzelfde bestuur. De gemeente Zijpe ondervindt
er geen
finantieel nadeel
van. De schulden worden namelijk overgenomen door Rijk en Provincie.
Wat
de finantiën betreft is het dus een vooruitgang, de
belastingen worden zeker lager, ook wordt de administratie veel
vereenvoudigd.
Veel Pettemers zijn anders zeer persimistisch over de vereeniging met
Zijpe.
Zij vreezen dat het belang van Petten eenigszins op den
achtergrond
komt.
Petten kan men nu vergelijken met één groot
gezin. Men kent elkanders belangen,
grieven en verlangens.
Ook de burgemeester kende elk van zijn
gemeentenaren.
Hij wist precies wat ze noodig hadden en kwam voor ieders belang op.
Niemand
voelde zich bij den ander achteruitgezet. Maar of dit gemoedelijke
blijven zal
bij de vereeniging met een andere gemeente
met geheel andere belangen
betwijfel
ik zeer.
Alvorens
ik nu overga tot de eigenlijke beschrijving van
de bevolking van Petten wil ik nog enkele zaken vermelden, die van zeer
veel
belang zijn voor de bevolking.
In
de eerste plaats is daar de reddingsboot. De bemanning
bestaat uit 14 koppen. Het zijn allen vrijwilligers, die er tot hun
zestigste
jaar
aan verbonden blijven. Bij heel veel oude Pettemers ziet men dan
ook in de
huiskamer een diploma van de Noord- en Zuid-Hollandsche
Reddingsmaatschappij
hangen, dit wil dus zeggen, dat zij zich vaak met levensgevaar op zee
gewaagd
hebben om hun medemenschen
te redden. Tegenwoordig gebeurt het niet
vaak meer, dat
de boot en zijn bemanning hun diensten moeten bewijzen. Maar zoodra er
een
schip in nood is, zijn zij ook altijd bereid te helpen, in welke
moeilijke
omstandigheden dit soms ook gebeuren moet. Op hun ouden dag
krijgen
deze
menschenredders van het Dorus Rijkers fonds of het Helden-ter-zee-fonds
als het
noodig is f. 4,- per week uitbetaald, maar
ook hun weduwen krijgen die
ondersteuning daar deze hoewel niet direct actief, toch een groote rol
hebben
gespeeld.
Reddingboot Petten ca. 1912
Staand v.l.n.r.
Schipper Johannes Jokobus Gerrit (Jan) Blom (1879-1956)
Burgemeester Hendrik Simon Eriks (1876-1950)
Nicolaas (Klaas) Schager (1886-1967)
Jan Bruineman (1854-1932)
Arie Schaap (1876-1929)
Gerrit (Gert) Kuiper (1860-1934)
Pieter (Piet) Koopman (1867-1952)
Maarten Roozing (1881-1956)
Andries Siewertsen (1873-1939)
Jacob (Jaap) Visser (1873-1937)
Pieter (Piet) Glas (1886-1972)
Pieter (Piet) Hollander (1863-1940)
Pieter (Piet) Kuiper (1876-1943)
De
Pettemers staan over het algemeen zeer gunstig bekend.
Het zijn gulle hartelijke menschen, zeer voorkomend t.o.v.
vreemdelingen.
Dit
laatste laat elders in dit gedeelte van Noord Holland wel eens te
wenschen
over. Ook het gemeenschapsgevoel is zeer ontwikkeld,
de menschen voelen
zich
als het ware van één familie. Bovendien zijn ze
zeer vooruitstrevend. De
politieke verhoudingen zijn als het volgt:
De gemeenteraad bestaat uit
7 leden.
Hiervan behooren 2 tot de V.D. en 5 tot de S.D.A.P. 5/7 van de
bevolking is ook
aangesloten bij
de S.D.A.P. de rest bij de V.D. Vroeger was dit niet
zoo. pl.m.
50 jaar geleden was de bevolking slecht ontwikkeld. Men had onvoldoende
leerkrachten en de bevolking voelde over het algemeen weinig voor
onderwijs.
Bovendien waren de loonen slecht en heerschte er door
het onregelmatige
onderhoud der zeeweringen veel werkeloosheid. In dien tijd was er
armoede in
Petten. In latere jaren is er van
overheidswege sterk op aangedrongen
geregeld
het onderwijs te volgen. Dit heeft geleid tot meer ontwikkeling en meer belangstelling
in politieke en maatschappelijke vraagstukken. Men
raakte aan
het denken en daar men onder slechte arbeidsvoorwaarden werkte
hadden
veel
socialistische leiders hier een grooten invloed, mannen als Domela
Nieuwenhuis
en Hugenholz e.a. kwamen hier
herhaaldelijk te spreken. Men ging zich
toen
algemeen organiseeren in den Bond van Bouwvakarbeiders. De Pettemers
hebben
toen
een jarenlange heftige strijd gevoerd om betere arbeidsvoorwaarden
te
krijgen. Dit leidde zooals ik reeds beschreven heb tot de staking
in
1916 met
de voor de Pettemers gunstige gevolgen.
Thans
zijn de arbeiders zeer tevreden over hun bestaan en
voelen zich gelukkig in hun tegenwoordigen toestand. Dit weerspiegelt
zich
in
den Gemeenteraad, het gaat daar gemoedelijk toe, van een felle actie,
van
strijd is geen sprake. Er bestaat immers ook geen wrijving
meer. Er
heeft dan
ook, geen gemeenteraadsverkiezing plaats, men levert eenvoudig 2
lijsten in,
een van de S.D.A.P. en een van de V.D.,
waarop in totaal 7 personen
voorkomen,
en met deze regeling heeft men altijd nog genoegen genomen.
In
Petten bestaat 1 Openbare School. Hieraan zijn 2
onderwijzers en een assistente verbonden. Er zijn juist eenige
leerlingen te
kort om
recht te hebben op 3 leerkrachten. Maar omdat het toch voor het
belang
der kinderen gewenscht was, dat er een derde leerkracht kwam,
betalen
de
Pettemers gezamenlijk deze assistente. De bevolking gevoelt veel voor
goed
onderwijs. Er bestaat dan ook een zeer groot
contact tusschen de ouders
en de
onderwijzers. De ouderavonden worden druk bezocht. De ouders prenten de
kinderen dan ook in, dat
de school geen noodzakelijk kwaad voor hen is,
en dat
leeren op school voor hun eigen belang is. Dit heeft dan ook tot
gevolg, dat de
verhouding tusschen de onderwijzers en de kinderen uitmuntend is.
Oneindig veel
beter dan in sommige plaatsen van Noord Holland,
waar die verhouding
soms zeer
slecht is. De kinderen leeren over ’t algemeen vlot, van
achterlijke kinderen
is zoo goed als geen sprake.
Als ze van school zijn gaan ze meestal in
een vak
bij een baas buiten het dorp. Het einddoel blijft echter vroeg of laat
aan de
dijk te komen.
Heel
zelden gaat er een naar de ambachtsschool of de
H.B.S. in Alkmaar. Ook buiten de school gedragen de kinderen zich
behoorlijk.
Vreemdelingen worden nooit door hen lastig gevallen. Rooken door
kinderen ziet
men nooit, omdat de ouders en de onderwijzers het
eenvoudig verbieden.
Voor
de ouders bestaat er in den winter een cursus waar
zij eenige algemeene ontwikkeling kunnen opdoen. Deze cursus wordt door
de
volwassenen vrij druk bezocht, de gemeente subsidieert deze instelling
dan ook.
Men doet er eenige practische kennis op, zooals moeilijke
woorden
verklaren, waren
kennis, wat boekhouden, wiskunde, enz.
Ook
wordt er veel gelezen in Petten. Er bestaat een goede
schoolbibliotheek. De boeken worden soms ’s avonds in de
huiskamer
voorgelezen.
Ook leent men veel boeken onder elkaar. Vroeger bestond er een
leesbibliotheek,
daar eenige menschen welwillend
hun talrijke boeken in bruikleen
afstonden.
Enkele van de menschen zijn naar elders vertrokken, en namen de boeken
mee,
zoodat de
bibliotheek moest worden opgeheven. Ook het lezen van de
couranten is
algemeen. Meestal wordt het “Volk” gelezen, maar
ook veel
plaatselijke bladen
zooals de Schager Courant of de Zijper Courant.
Wat
de godsdienst betreft zijn de meesten N.D.Hervormd. Er
is slechts een RK gezin, het godsdienst leven is hier zwak en om de
veertien
dagen is er kerk, die dan door slechts enkele personen bezocht wordt.
De
catechisatie worden evenwel toch vrij druk bezocht, vooral op
aandringen der
ouders. De meeste jongeren laten zich echter niet meer aannemen. Het
godsdienstig leven nam vroeger een veel belangrijker
plaats in het
leven der
Pettemers in. Dat is echter geleidelijk verminderd. De meesten voelen
er thans
zeer weinig voor.
Het
vereenigingsleven is voor zoo’n kleine plaats zeer
ontwikkeld. Geen wonder. Petten ligt tamelijk ver verwijderd van
grootere plaatsen,
zooals Alkmaar en Schagen, met hun tallooze gelegenheden voor
ontspanning. Men
is nu wel aangewezen op zijn eigen kleine gemeenschap.
In de eerste plaats is daar de vereeniging:
Men kan deze
vereeniging het beste vergelijken met een vereeniging voor
vreemdelingenverkeer, maar ook met de Maatschappij tot
het nut van
’t Algemeen.
Deze vereeniging neemt het initiatief als er iets goeds te doen is voor
het
algemeen belang. De vereeniging
zorgt o.a. voor het onderhoud der
ijsbaan
steunt verschillende ondernemingen en instellingen zooals b.v. vroeger
de
Voetbalvereeniging,
draagt ook bij in de kosten van het salaris der
assistente
geeft bovendien enkele gezellige avonden in den winter.
zonder
uitzondering elk
gezinshoofd lid.
eigen huis willen
koopen. In
Petten zijn dan ook nog maar zeer weinige huurwoningen, ieder gezinslid
is daar
haast eigenaar van
zijn huis.
Vakvereenigingen.
Hiervan is men
eigenlijk gedwongen lid te zijn, daar men aan aangesloten bij de
Vakvereeniging
de voorkeur
geeft. Hij, die niet aangesloten is kan moeilijk werk
vinden bij de
zeeweringen.
zoo’n kleine
plaats zeer veel geheel onthouders. Vroeger was dit anders, toen werd
er veel
alcohol gebruikt, toen werd het ook
toegelaten bij het werk. Dit mag
thans niet
meer. Door het werken van de onthoudersvereeniging en doordat er op
school ook
veel
over gesproken werd, zag men in dat het beter was geen alcohol te
gebruiken. Dronkenschap en wat er veelal uit voortvloeit, n.l.
vechtpartijen is
in Petten een zoo goed als onbekend iets. Dit gebeurt wel eens met
Kermis, maar
dan is dat te wijten aan niet -
Pettemers. Thans is er een
herberg in Petten
(vroeger 2). Toch is het cafebezoek vrij groot, vooral Zondags en
’s avonds in
de week.
De jongemannen brengen daar hun tijd door met kaarten en
biljarten.
Dan wordt er wel door sommigen bier gedronken, maar lang
niet algemeen.
Dan
is er verder nog een afdeeling van de Reddingmij en
natuurlijk niet te vergeten de politieke vereenigingen. Ook de
ontspanningsvereenigingen ontbreken er niet. Er bestaat een
zangvereeniging,
muziekvereeniging, gymnastiekvereeniging
en een toneelvereeniging.
Vooral
deze laatste staat op zeer hoog peil, er worden
goede stukken opgevoerd en er wordt uitmuntend gespeeld. Deze
vereeniging
geniet dan ook een gunstige reputatie in de omgeving. Tenslotte bestaat
er in
dit kleine dorp nog een ……
harddraverijvereeniging.
Eenmaal in het jaar heeft
de harddraverij plaats en wel tijdens de kermis, die in October plaats
vindt.
Deze kermis is een geweldige
gebeurtenis in Petten. Veelal komt er dan
een
klein paardenspel in Petten. Na de harddraverij heeft er tot slot een
vuurwerk
plaats.
Met de kermis komen er een massa buitenmenschen maar ook de
Pettemers
weten best wat pret maken is.
Van afschaffing van de kermis zooals tegenwoordig in veel gemeenten gebeurt, zal in Petten ook geen sprake zijn.
Harmonie 'Klimop' Petten, 1921.
Staande v.l.n.r.:
Dirk Brommer (1895-1977)
Jan Pieter (Jan) Schermer (1905-1951)
Jaap Swart (1885-1963)
Bouke Glas (1905-1981)
Dirk van der Vlies (1890-1964)
Hendrik (Henk) Vriesman (1888-1956)
Pieter (Piet) Koopman (1902-1972)
Cornelis (Cees)
Vriendjes (1898-1949)
Jan Ploeger (1898-1976)
Elmert de Boer (1902-1989)
Lourens Bijvoet (1900-1947)
Aris van der Vlies (1897-1974)
Zittend v.l.n.r.:
Jan Schermer (1870-1941)
Andries Lambertus Zuidscherwoude (1876-1937)
Engel Roozing (1883-1946)
Burgemeester Hendrik Simon Eriks, hij
speelde zelf niet mee, maar was de beschermheer (1876-1950)
Arie Kos, de
dirigent (1893) Heerhugowaard 25-03-1893
Jan Vriendjes (1893-1976)
Gerrit Zwaan (1896-1981)
(Genealogische gegevens Pieter (Piet) Schager (1940).
Deze
is zeer goed. De menschen zijn zeer zindelijk.
Bovendien is het voortdurend werken in de buitenlucht en in de zeelucht
zeer
gezond.
De mannen, die aan de dijk werken, zien er dan ook gezond uit.
Het werk
is wel zeer zwaar, maar vol afwisseling, bovendien is het werk
soms
zeer
moeilijk en onder ongunstige omstandigheden zooals harde wind en
strenge koude.
Maar zij werken onder gunstige
arbeidsvoorwaarden en zijn ook tevreden.
Van
ziekten, die voortvloeien uit het werken aan de dijk is geen sprake. In
dacht
eerst, dat
vooral de ouderen wel last zouden hebben van rhumatiek, maar
de
gemeentearts verzekerde mij, dat dit niet meer het geval was dan in
andere
plaatsen. De menschen in Petten worden over het algemeen oud, er zijn
altijd
wel eenigen boven de 90 jaar. Besmettelijke ziekten
komen in Petten
niet voor,
zooals de geneesheer mij vertelde is dit regel in kustplaatsen. Een
uitzondering op deze regel vormt toch een
kleine typhusepidemie in
1923. 3
gezinnen leden toen aan die ziekte, die zelfs 2 slachtoffers geeischt
heeft.
Een algemeene inenting had
toen plaats. Ook kwam er in dat jaar een
duinwaterleiding.
Voor dien tijd was er een gemeenschappelijke dorpsput, of men had een
eigen
regenbak of welwaterput. Na dien tijd zijn er geen besmettelijke
ziekten meer
in Petten geweest, zelfs geen gevallen van roodvonk.
Wat
de taal en de kleederdracht betreft is er niets
bijzonders te vermelden. De echte W.Friese kleederdracht is totaal
verdwenen
men
vindt er de typische Noord Hollandsche kappen niet meer, zelfs niet
bij de
oudste vrouwen. Opvallend is dat er vrij zuiver Nederlandsch
gesproken
wordt,
vooral door de jonge menschen. Ook hier is van het W.Friesche dialect
weinig
meer te bespeuren.
Van
bepaalde typische gebruiken en gewoonten heb ik niets
vernomen. Jaarlijksche gebruiken als het vieren van St. Maarten en het
houden
van een Koninginnevuur op 31 Aug. komen overal in de omgeving voor. Wat
dit
laatste betreft het volgende: Dagen te voren
begint de jeugd brandbaar
materiaal bijeen te slepen. Als het goed donker is wordt de brandstapel
op een
hooge duintop aangestoken.
Dit levert dan een zeer fantastisch gezicht
op,
vooral in de omgeving tot zeer ver in W.Friesland ziet men dan deze
vuren vanaf
de duintop.
De kinderen dansen en springen er dan om heen en zingen een
paar
liedjes, veelal zijn dit echter straatliedjes.
Bij
een begrafenis gaat het als het volgt toe: Het geldt
voor burenplicht iemand de laatste eer te bewijzen, dus geen
aansprekers,
geen
koets, geen rijtuigen, maar de begrafenis wordt verricht door de
vrienden en de
buren zelf. Het maakt misschien geen plechtige
indruk, maar spontaner,
welgemeender
is het zeker wel. Als de stoet passeert, doet men als teeken van rouw,
de
gordijnen of de luiken
dicht. Ook is het gewoonte, dat getrouwde
menschen door
getrouwde mannen en jonge menschen door jonge mannen naar het graf
gedragen
worden.
Tot
slot nog een enkel woordje over de toekomst van
Petten, vooral als aantrekkingspunt van vreemdelingen. Petten is als
vacantieoord
nog maar kort geleden ontdekt. Toch neemt nu het aantal
pensiongasten langzaam maar zeker toe. Dit jaar waren er ongeveer 50
pensiongasten.
Sommigen ervan waren hier dit jaar voor de 8ste maal. Anderen, die hier
voor
het eerst waren, verkondigden enthousiast
dat ze hier vast terug
kwamen. Een
dergelijke geestdrift is ook geen wonder, want Petten heeft een
prachtig breed
strand. De duinen zijn
niet breed maar ze zijn zeer mooi, bovendien
heeft men
er vrije toegang in. Door de zoute wind groeit er echter in het dorp
geen
enkele
boom, hoogstens een paar heggen van boksdoorn.
Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche, 4e uitgave (1984) De Hondsbossche
|
Hetgeen
verder een verblijf in Petten zeer aangenaam maakt
is de zeer sympathieke, gulle en hartelijke bevolking. Men maakt
dadelijk
deel
uit van de kleine gemeenschap. De menschen vertellen graag, vooral de
oude
Pettemers raken niet gauw uitgepraat over de
toestanden van vroeger,
van hun
helden-daden met de reddingboot enz. Petten is een ideale plaats voor
hen, die
rustig van de zee
willen genieten en het echte gemoedelijke dorpsleven
willen
meeleven. Ook is er een prachtige gelegenheid om te kampeeren.
Bovendien is in
Petten in dit jaar één der eerste jeugdherbergen
van Nederland geopend, genaamd
de “Zevensprong”. Dit is niet
alleen voor de
jeugdbeweging, maar ook voor de
gemeente van zeer groot belang. Men is er nu van verzekerd dat er
jaarlijks
honderden
jonge menschen komen, die er met volle teugen van hun
vrijheid
genieten kunnen, ver weg van het drukke stadsleven, maar ook ver weg
van andere
vacantieoorden, waar men soms allesbehalve rust vindt. Zooals de zaken
nu staan
belooft Petten nog veel voor de toekomst,
het is evenwel te hopen, dat
die
vooruitgang geen nadeelen mee zal brengen voor de eenvoud en
gemoedelijkheid
van Petten en zijn
bewoners.
Petten op klompen | |||
Petten op klompen 1 | Fotoserie 1000. |
||
Petten op klompen 2 | Fotoserie 2000. |
||
Petten op klompen 3 | Fotoserie 3000. | ||
Zoekplaatjes |
Op deze pagina staan foto's waarvan ik het Wie / Waar en/of Wanneer nog niet weet. Weet u het ?
|
||
Home |